Medisch

De rol van empathie in een arts-patiënt gesprek

De rol van empathie in een arts-patiënt gesprek

Empathie in een arts/patiënt gesprek

Hoe wordt empathie in een arts/patiënt gesprek beschreven in wetenschappelijke literatuur en hoe wordt dit gedoceerd in het vak gespreksvaardigheidstraining binnen de opleiding geneeskunde?

Inleiding

Patiënt: “Ik ben zo bang dat ik borstkanker heb, want deze ochtend voelde ik een hard knobbeltje in mijn rechterborst.” Arts: “Zo’n vaart zal het niet lopen.”

In de medische sector speelt communicatie een belangrijke rol. In dit onderzoek zal empathie in een arts/patiënt gesprek nader bekeken worden. Communicatie in de zorg is iets dat de afgelopen jaren steeds meer onder de aandacht is gekomen. Dit was niet altijd het geval. Vroeger werden communicatievaardigheden van de arts niet als belangrijk gezien. Tegenwoordig draait de zorg meer om de patiënt. Medische sociologie en medische psychologie zijn belangrijke vakken geworden in de opleiding tot arts.
Dit is niet zomaar ontstaan. Het is een tendens waarbij de aandacht meer op de patiënt zijn/haar situatie kwam te liggen. Voor deze verandering is niet alleen in de wetenschappelijke literatuur aandacht voor, maar ook in de media is hier veel over geschreven. Van de arts wordt niet alleen verwacht goed te zijn op geneeskundig gebied maar communicatie wordt minstens zo waardevol geacht. De overtuiging is er dat de kennis en vaardigheden om op de juiste manier te communiceren met patiënten aangeleerd kan worden. Hier wordt tegenwoordig in de opleiding geneeskunde mee begonnen. Binnen de opleiding geneeskunde heeft het vak; ‘gespreksvaardigheid’ een plaats gekregen.
Een arts krijgt met verschillende manieren van communicatie te maken en verwachtingen aan de kant van de patiënt spelen een belangrijke rol in deze communicatie. Een van de dingen die als belangrijk wordt ervaren in een arts/patiënt gesprek is de manier waarop de arts reageert op de patiënt en zijn/haar eventuele emoties.

In dit onderzoek zal er gekeken worden naar de opleiding tot basisarts. In de eerste jaren van de opleiding geneeskunde wordt er aandacht besteed aan gespreksvaardigheid. In de gespreksvaardigheid wordt aan verschillende soorten gesprekken aandacht gegeven waar een arts in zijn beroep mee te maken krijgt. Zo moet een arts kennismakingsgesprekken voeren, consulten doen en krijgt een arts te maken met goed nieuws en slechtnieuwsgesprekken. Emotie bij de patiënt kan in gesprek met de arts naar voren komen en het tonen van empathie door de arts komt hierbij kijken. Het belang van het tonen van empathie wordt benadrukt in de allereerste colleges die de studenten aan de opleiding geneeskunde in Groningen volgen. Geneeskundestudenten leren dat het de taak is van de arts om empathie te tonen richting de patiënt, omdat dit essentieel is voor goede medische zorg. Maar wat is empathie tonen eigenlijk? En wat wordt in de wetenschappelijke literatuur en binnen de gespreksvaardigheidslessen gezien als een goede manier van empathie tonen in een arts/patiënt gesprek? En als empathie in een arts/patiënt gesprek belangrijk is, hoe worden artsen in opleiding tot basisarts hiervoor getraind?

In de hoorcolleges wordt kort stilgestaan bij de theorie over het tonen van empathie. Omdat dit enkel theoretisch is, zal er in dit onderzoek gekeken worden naar de manier waarop deze competenties in de gespreksvaardigheidstrainingen naar voren komen.

Onderzoeksvraag

In dit onderzoek zal er gekeken worden naar de vaardigheden in het empathisch reageren die aangeleerd worden tijdens de studie geneeskunde in gesprek met een patiënt.

Wat is empathie? En Communicatie in een arts/patiënt gesprek, hoe verloopt een gesprek en wat voor plaats heeft empathie hierin? Wat betekent empathie tonen en hoe kan dit zich uiten? Deze vragen zullen beantwoord worden op basis van wetenschappelijke literatuur.
Naast wetenschappelijke literatuur die gebruikt zal worden bij het beantwoorden van deze vragen zal theorie worden bekeken die wordt gebruikt in de opleiding geneeskunde. Hierbij gaat het om het handboek waar gebruik van wordt gemaakt tijdens het eerste jaar. Er zal worden gekeken naar de manier waarop de studenten getraind worden empathie te tonen richting de patiënt. Vervolgens zal er in een gesprek met een docent van dit vak licht geworpen worden op hoe zij empathie ziet en hoe zij dit vormgeeft in haar lessen. Zo zal er gekeken worden of er een link bestaat tussen wetenschappelijke literatuur, het handboek die ze in de gespreksvaardigheidstrainingen behandelen en de training die op basis hiervan gegeven wordt.

De vraag die in dit onderzoek gesteld zal worden:

“Hoe wordt empathie in een arts/patiënt gesprek beschreven in wetenschappelijke literatuur en hoe wordt dit gedoceerd in het vak gespreksvaardigheidstraining binnen de opleiding geneeskunde”?

Belang van het onderzoek

Uit literatuur en onderzoek blijkt dat het tonen van empathie door de arts van groot belang is in een arts/patiënt gesprek. In literatuur komt naar voren dat het onderzoek dat gedaan is op het gebied van training van artsen in opleiding nog schaars is. Daarom is het van belang om te kijken naar de competentie het tonen van empathie. Om te onderzoeken hoe deze vaardigheid in de opleiding tot arts naar voren komt zal er gekeken worden naar hoe de opleiding geneeskunde training biedt aan deze artsen in opleiding. Door middel van het verkennen van de literatuur en observeren van de gespreksvaardigheidstrainingen kan er gekeken worden in welke mate er aansluiting is tussen theorie en praktijk. Door met een docent gespreksvaardigheid in gesprek te gaan kan gekeken worden naar hoe deze (eventuele) link tot stand wordt gebracht in trainingen.

Methode

Uit de besproken literatuur en uit eerder onderzoek is gebleken dat het tonen van empathie door de arts een steeds belangrijkere plaats heeft gekregen in een arts/patiënt gesprek. Er is in veel wetenschappelijke literatuur gekeken naar de functie en werking van het tonen van empathie door de arts. Hier zal in de literatuurbespreking aandacht voor zijn. Ook is er in onderzoeken gekeken naar de manier waarop artsen in opleiding deze vaardigheid zouden kunnen leren. Het blijkt dat dit op verschillende manieren kan. In de literatuur wordt er vooral gewezen op het feit dat het goed is om vroeg in de opleiding te beginnen studenten hiermee te laten oefenen en hen hierin te trainen. Het gaat er dus om dat in de studie tot arts genoeg en op een goede manier onderwijs gegeven wordt op gespreksvaardigheid en dan in het bijzonder op het tonen van empathie. Daarom zal er in dit onderzoek gekeken worden naar de plaats die empathie inneemt in de opleiding tot arts.

De basis van dit onderzoek is gelegd door het bestuderen van wetenschappelijke literatuur aangaande empathie in een arts/patiënt gesprek. De start is bij het beschrijven van het begrip empathie. Want zo simpel als het klinkt is het niet. Vervolgens zal aan de orde komen hoe arts/patiënt gesprekken door de tijd heen veranderd zijn, wat voor manieren een arts kan gebruiken om te reageren op emoties van een patiënt en welke manieren van empathie tonen mogelijk zijn. De focus in dit onderzoek zal liggen op verbale (uitgesproken) empathie dus ook hierover is in de wetenschappelijke literatuur achtergrondinformatie over verzameld.

Praktijkgericht & literatuur

De focus van dit onderzoek is praktijkgericht. Er zal gekeken worden naar de literatuur die gebruikt wordt aan de universiteit en vervolgens zal er gekeken worden naar de gespreksvaardigheidstrainingen die aangeboden worden aan de studenten geneeskunde en de manier waarop deze trainingen vormgegeven worden.

Literatuuronderzoek

Wetenschappelijke literatuur is de basis voor dit onderzoek. Het is nodig om literatuur te gebruiken bij het bestuderen van empathie en het onderwijs van de vaardigheid in het tonen van empathie. Zowel tijdschriften als boeken zijn hiervoor gebruikt. Hierbij kan gedacht worden aan medische tijdschriften, colleges die gegeven zijn aan studenten geneeskunde in hun eerste jaar en het handboek dat gebruikt wordt aan de universiteit Groningen. Het belang van wetenschappelijke literatuur is, dat het duidelijkheid biedt over wat empathie is en laat zien wat voor onderzoek er gedaan is op dit gebied. Daarnaast is het voor dit onderzoek nodig om de lesstof te bestuderen omdat er op deze manier gekeken kan worden naar de link tussen de literatuur en theorie binnen de opleiding.

Observatieonderzoek

Een gedeelte van de data zal komen uit observatieonderzoek. Een tweetal gespreksvaardigheidstrainingen aan de universiteit van Groningen zal bijgewoond en geobserveerd worden. Hierin zal vooral gelet worden op de plaats die empathie inneemt in de training en op welke manier dit naar voren wordt gebracht. Ook zal er gelet worden op welke manier de docent probeert de juiste vaardigheden de studenten bij te brengen. Om de plaats van empathie in gespreksvaardigheidstrainingen op een goede manier weer te kunnen geven zal er gekeken worden naar het tonen van verbale (uitgesproken) empathie. Dit houdt in dat het uitspreken van empathie (empathische reacties) centraal staat in de observaties. Deze zullen bekeken worden vanuit de indeling van de ‘groepen’ die in Expressing Empathy to Patients van Dalhouse Faculty of Medicine worden besproken.

RESPONDING TO EMOTIONS WITH WORDS
Patient’s emotional statement: The N-U-R-S-E approach
1. Name the emotion or feeling – benoemen van de emotie of het gevoel
2. Understand the emotion or feeling – begrip uitspreken over de emotie of het gevoel
3. Respect the patient – uitspreken van respect richting de patiënt
4. Support the patient – steun uitspreken richting de patiënt
5. Explore the emotion – de emotie uitvragen

Deze vijf verschillende vormen van empathie zullen gebruikt worden als de trainingssessies bekeken worden. Op deze manier kan worden geprobeerd inzichtelijker te maken op welke manier empathie in de verbale vorm naar voren komt tijdens de trainingen. Iedere keer wanneer empathie naar voren kwam op een van deze manieren werden er aantekeningen gemaakt waarbij zo precies mogelijk werd genoteerd wat er precies gezegd werd. Wat gezegd is zal dan ondergebracht worden onder een van deze vijf categorieën van verbale empathie.

De sessies die geobserveerd zijn, zijn de tweede en derde sessie in de rij gespreksvaardigheidstrainingen die gegeven worden aan eerstejaars studenten. Deze sessies duren beide twee uur. Tijdens de trainingen worden er aantekeningen op papier gemaakt van de gedane observaties. Tijdens de sessies wordt ervoor gekozen niet mee te delen aan de studenten waar er tijdens de trainingen op gelet wordt om zo ander gedrag zoveel mogelijk te voorkomen. Voor de verslaglegging van deze gespreksvaardigheidstrainingen wordt bewust gekozen om alleen de gedeeltes van de trainingen te bespreken waar empathie naar voren komt.

Open interview

Na het bijwonen en analyseren van deze twee gespreksvaardigheidstrainingen binnen de opleiding geneeskunde aan de Universiteit van Groningen wordt er een gesprek gevoerd met de docent van dit vak. Dit interview zal plaatsvinden in een neutrale omgeving zodat er geen externe invloeden een rol spelen. Uit deze gesprekken wordt verwacht dat er meer inzicht zal komen in hoe de docent gespreksvaardigheid de training zelf ervaart, op welke manier deze aankijkt tegen de training en zullen er vragen worden gesteld over het aanleren van empathie binnen de trainingen.

Verklaring onderzoeksmethoden

Dit onderzoek zal gebruik maken van drie methodes; literatuuronderzoek, observatieonderzoek en een open interview. Er is gekozen voor een combinatie van deze methoden omdat deze een zo compleet mogelijk beeld geven van het doceren van empathie in de opleiding Geneeskunde aan de Universiteit in Groningen. Door empathie en de training hiervan van verschillende kanten te bekijken worden de uitspraken na het doen van dit onderzoek betrouwbaarder. Het eerste deel van het wetenschappelijk literatuuronderzoek dat zich richt op empathie zal een beeld geven wat voor onderzoek er op dit gebied al gedaan is. Het literatuuronderzoek van de leerstof van de studenten zal meer inzicht geven over de manier waarop de opleiding en schrijvers denken dat het overbrengen van de vaardigheden het beste is. Daarnaast is observatieonderzoek belangrijk om te zien hoe de docent deze literatuur in de praktijk aan de studenten over wil brengen. Daarnaast is het open interview aanwezig omdat dit inzicht geeft in de werkwijze en mening van de docent die deze vaardigheden aan de studenten moet bijbrengen. Het zal dus een combinatie zijn van empirisch analytisch en interpretatief onderzoek.

Analyse

Uiteindelijk zal er een beeld zijn van de literatuur die gebruikt wordt aan de universiteit van Groningen, zal er een beeld zijn van de trainingen die gegeven worden en de rol die empathie daarin inneemt en zal er een stukje meer bekend zijn over de visie en werkwijze van een van de docenten aan de universiteit. Al deze gegevens vergeleken worden met wat de wetenschappelijke literatuur zegt over empathie. Uiteindelijk zal er een beeld geschetst kunnen worden over de mate waarin empathie in de opleiding geneeskunde in de literatuur naar voren komt en kunnen er uitspraken worden gedaan over de plaats die empathie inneemt in de aangeboden trainingen.

Proces van het onderzoek

In eerste instantie was het idee in dit onderzoek te kijken naar empathie in slechtnieuwsgesprekken. Door middel van literatuuronderzoek werd geprobeerd een stevige basis voor dit onderzoek te vinden. Al gauw bleek dat dit niet de juiste insteek was en dat er weinig geschreven en onderzocht is over empathie in een slechtnieuwsgesprek. Daarbij is het onderzoek naar empathie op het gebied van arts/patiënt relatie over het algemeen nog vrij schaars. Daarom is er besloten voor dit onderzoek de focus niet bij een ‘soort gesprek’ te leggen maar een vorm van empathie te kiezen en hiermee verder te gaan. Dit omdat het meten van empathie lastig blijkt en dit een betere manier zou zijn om empathie toch te kunnen meten. Daarom is er gekozen om te kijken naar de verbale vorm die een arts kan gebruiken om empathie te tonen. Hierbij was de NURSE methode een fijne om mee te werken. Hierdoor was het namelijk gemakkelijker om een richting en focus te hebben tijdens de gespreksvaardigheidstrainingen.

Bij de start van dit onderzoek was het idee om na het literatuuronderzoek en de trainingen in gesprek te gaan met studenten om op deze manier te weten te komen hoe zij aankijken tegen de gegeven trainingen en of zij het idee hebben vooruitgang te boeken. Tijdens de trainingen werd al snel duidelijk dat de studenten in hun eerste jaar nog erg jong zijn en dat de mening en ideeën van de docent waarschijnlijk meer informatie kan verschaffen dan de mening van de studenten. Daarom is ervoor gekozen om in gesprek te gaan met de docent in plaats van met de studenten.

Voordat het gesprek met de docent plaatsvond was er een lijst met vragen opgesteld die bruikbaar zou zijn. Aan de hand van deze vragen verliep het gesprek gemakkelijk en kwamen bijna alle vragen aan bod. Doordat er in een interview altijd extra informatie gegeven wordt, werd er niet alleen stilgestaan bij de vragen die van tevoren voorbereid waren maar ook bij informatie die ter plekke ter sprake kwam.

Literatuurbespreking

Arts/patiënt gesprek

Een arts/patiënt gesprek is een gesprek dat op een andere manier verloopt dat een alledaags gesprek. Peters (2013) beschrijft dat het arts/patiënt gesprek een voorbeeld is van conversatie in institutionele setting. Zo is er sprake van voorstructurering, een gezamenlijk doel, machtsverschil en een duidelijke rolverdeling tussen de deelnemers.

Ook de fases die doorlopen worden in een arts/patiënt gesprek liggen ongeveer vast. Hier wordt al vroeg in de opleiding tot arts aandacht aan gegeven. Er is sprake van een zekere mate van pre-allocatie van beurten van gespreksdeelnemers. In een arts/patiënt gesprek is er sprake van een asymmetrische relatie wat zich onder andere uit in de manier van initiatief nemen. De arts neemt vaak initiatief en de patiënten reageren hierop.

Het feit dat het arts/patiënt gesprek in institutionele setting wordt gevoerd maakt dat het te sturen is en dat artsen getraind kunnen worden om binnen een gesprek op een goede manier te communiceren. In de loop der jaren is gebleken dat training voor een arts nodig is om te leren hoe er moet worden omgegaan met communicatie (problemen) op de werkvloer. De vaardigheden om een goed gesprek te kunnen voeren komen niet vanzelf. De communicatieve vaardigheden worden veelal ervaren als een moeilijk onderdeel van het beroep van arts en de opleiding tot arts (Peters, 2013). Veening et al. (2009) stellen dat patiëntcontact een moeilijk proces is dat om meer gaat dan alleen informatie en een diagnose. Het gaat om een goede balans tussen empathie en professionele afstand bewaren en het vermogen tot inbeelding. De opvatting dat er een balans moet zijn tussen empathie en professionele kwaliteiten is niet altijd de geldende mening geweest.

Loop van de tijd

Er is veel veranderd als het gaat om de opvatting over welke competenties en vaardigheden een arts zou moeten beschikken. De eerste periode in de geneeskunde wordt ook wel de paternalistische benadering genoemd (Barigozzi & Levaggi, 2008). De rol van de patiënt was het geven van informatie tijdens de anamnese en lichamelijk onderzoek. De patiënt moest hulp zoeken, informatie verstrekken en zich houden aan behandelingsvoorschriften. De rest deed de arts. In deze tijd maakte de arts alle beslissingen ten behoeve van de patiënt. Het was voor de patiënt dus ook niet zinvol om te beschikken over informatie (Barigozzi & Levaggi, 2008 & Jung et al., 2001).
Deze opvatting veranderde in de loop der tijd. In 1959 waren artsen het erover eens dat de zorg stabiel en persoonlijk moest zijn. Het sociale en emotionele aspect werd belangrijker en de taken van de arts lagen niet alleen meer op lichamelijk vlak. De nadruk kwam te liggen op hoe de patiënt zich zou voelen in plaats van het enkel diagnosticeren van ziektes (Butalid et al., 2014).

Het ging er in de loop van de tijd steeds meer om dat de arts de patiënt leerde begrijpen. Er werd bekend dat dit zowel voor de arts als voor de patiënt belangrijk was. Er werd namelijk duidelijk dat het voor de arts informatieverstrekkende voordelen oplevert en daarbij toont de patiënt van zijn/haar kant meer wil om mee te werken (Barigozzi & Levaggi, 2008).

Deze verschuiving van aandacht wordt ook wel verschuiving van arts-georiënteerd naar patiënt- georiënteerd genoemd (Heritage & Maynard, 2006).

Er zijn een aantal verklaringen voor deze verschuiving. In de periode waarin de verandering begon werd men steeds mondiger en kreeg het idee zelf te willen beslissen over het leven. Daarnaast kwam er steeds meer onderzoek naar de patiëntgerichte methode en bleek tegelijkertijd uit onderzoek dat een patiëntgerichte benadering zou leiden tot grotere bereidwilligheid om mee te werken aan de kant van de patiënt (Jung et al., 2001). Onderzoeken naar dokter/patiënt communicatie benadrukten het belang van luisteren, persoonlijke aandacht en empathie tijdens consultatiegesprekken (Butalid et al., 2014).

Dit lijken misschien kleine veranderingen maar voor de arts is het beroep van arts- zijn enorm veranderd. De kwaliteiten die nu van een arts verwacht worden liggen op een ander niveau dan tientallen jaren geleden. Zo moet de arts bijvoorbeeld achter de psychosociale toestand van de patiënt zien te komen, er moet een therapeutische relatie met de patiënt komen en de arts moet voorlichting aan de patiënt geven (Peters, 2013).

Patiënt tevredenheid

Omdat bij deze benadering de patiënt centraal staat is tevredenheid aan de kant van de patiënt het sleutelwoord.

In het onderzoek van Steine et al.(2001) komt naar voren dat de interactie tussen dokter en patiënt (communicatie, emotionele ervaringen en de persoonlijke relatie met de arts) en de consultatie door de arts door patiënten worden gezien als de belangrijkste elementen van een arts/patiënt gesprek. Ook al waren de gesprekken met de arts in het onderzoek soms kort en niet belangrijk, als er sprake was van emoties werd de reactie van de arts belangrijk gevonden.

Patiënttevredenheid wordt bepaald door het gedrag van een arts op socio-emotioneel gebied en de mate waarin een arts affectiviteit toont (Wimmers & Stuber, 2010). Op het moment dat de arts beschikt over meer socio-emotionele en affectieve vaardigheden is de patiënt meer tevreden.

Samenvattend speelt aandacht voor emoties een belangrijke rol in een arts- patiënt gesprek en heeft juiste omgang met deze emoties van de patiënt positieve gevolgen. Zoals al eerder genoemd, als de patiënt tevreden is en betrokken wordt bij het gehele proces is deze bereidwilliger om mee te werken aan de behandeling (Peters, 2013). Omdat de reactie van de arts gevolgen kan hebben op het hele zorgtraject en de tevredenheid van de patiënt is het belangrijk hier al tijdens de opleiding to arts aandacht aan te besteden. Daarom krijgen studenten al vroeg in hun opleiding te maken met gespreksvaardigheidstraining. Omdat emoties belangrijk zijn en het voor een patiënt invloed heeft in hoeverre deze tevreden is met de behandeling is het voor een arts goed om te weten hoe er gereageerd kan worden op emoties. Een arts heeft in een gesprek met de patiënt meerdere mogelijke manieren van reageren op wat de patiënt zegt.

Deze manieren van reageren zullen kort besproken worden.

  • Het negeren of het veranderen van het onderwerp

Er wordt niet ingegaan op de uiting van de patiënt. De arts negeert de emotionele uiting of veranderd het onderwerp zonder aandacht te besteden aan de emotie.

  • Het afwijzen of minimaliseren van de uiting

De arts reageert wel op de uiting van de patiënt maar doet er verder niets mee

  • Uitlokken van meer informatie

De arts gaat in op de uiting door naar extra informatie te vragen. Binnen deze reactie kan de arts er ook nog voor kiezen om opmerkingen te negeren, het onderwerp te veranderen, het probleem op te lossen of empathie te tonen.

  • Probleem oplossend

De arts probeert het probleem op te lossen maar gaat niet altijd in op de emotie van de patiënt

  • Empathie tonen

De arts laat erkenning zien van de situatie of emoties van de patiënt. Dit was vooral te zien wanneer het ging over geliefden/familie van de patiënt (Hsu et al., 2012).

Dit zijn verschillende manieren waarop een arts kan reageren op wat de patiënt zegt, maar allen hebben ze een andere uitwerking op het gesprek. Leijssen (2004) stelt dat het voor een patiënt belangrijk is dat emoties niet miskend worden, niet gebagatelliseerd, niet te snel gesust, niet direct opgelost, maar wel respectvol erkend worden. Roter (1977) stelt dat bejegening door de arts een belangrijke rol speelt in beoordeling van een gesprek. De patiënt moet de arts als vriendelijk bestempelen, de arts moet begripvol zijn, respect tonen en beschikken over goede communicatieve vaardigheden. Peters (2013) schrijft dat het belangrijkst is dat de patiënt zich gehoord voelt. Een van de manieren die een arts in kan zetten om de patiënt het gevoel te geven gehoord te worden is het tonen van empathie. Leijssen (2004) voegt hieraan toe dat een empathische reactie van de arts de patiënt het gevoel geven dat de arts de gevoelens accepteert en dit leidt ertoe patiënt zich verder durft te uiten. Maar wat is empathie precies en op welke manier kan een arts empathie tonen in gesprek met de patiënt?

Empathie

Om te begrijpen waarom het goed zou zijn voor een arts om zich empathisch te kunnen tonen is het belangrijk duidelijk te hebben wat empathie is.
In het woordenboek luidt de uitleg van empathie:

Eigenschap dat je gevoelens of gedachten van een ander aanvoelt”.

Maar de uitleg van empathie is niet zo gemakkelijk als hierboven beschreven. Vaak worden empathie en sympathie door elkaar gehaald. Bij sympathie gaat het namelijk om het delen van ervaringen en jezelf in dezelfde positie te zetten als degene die het vertelt. Bij empathie gaat het meer om begrijpen (Ruusuvuori, 2005). Concluderend komen emoties minder dichtbij als men empathisch reageert.

In arts/patiënt gesprekken blijkt dat de patiënt het waardeert als de arts een zekere mate van empathie toont. Dit betekent voor de arts dat het over de competentie beschikt om gevoelens of gedachten van de patiënt aan te voelen. Maar aan de andere kant moet de arts de emoties van de patiënt ook weer niet te dichtbij laten komen. Wimmers & Stuber (2010) leggen uit dat artsen het erover eens zijn dat het, om objectief te blijven en goede beslissingen te kunnen nemen over de gezondheid, het belangrijk is zorg te tonen zonder te emotioneel betrokken te worden bij de gevoelens van de patiënt. Het gaat erom dat de arts zich in de patiënt kan verplaatsen zonder zichzelf daarin te betrekken.

Halpern (2003) legt dit uit:

 “In seeking to make empathy a reliable professional skill, doctors change the meaning of the term. Outside the field of medicine, empathy is a mode of understanding that specifically involves emotional resonance. In contrast, leading physician educations define empathy as a form of detached cognition”.

Benbassad (2004) stelt dat in de arts/patiënt relatie gedacht kan worden aan de competentie waarbij de arts een affectieve reactie kan geven op de gevoelens en reacties van de patiënt (Kalisch, 1973). Dit wordt ook door anderen op deze manier uitgelegd. De Society of General Internal Medicine beschrijft empathie als het erkennen van de emotionele staat van de ander zonder het zelf te ervaren. Bij het tonen van empathie vanuit de arts wordt het dus belangrijk gevonden dat de arts het van een afstand bekijkt en het niet te dichtbij laat komen. De arts zal empathie tonen zonder zelf emotie te voelen.

Het tonen van empathie in het dagelijks leven is anders dan het tonen van empathie door een arts in een arts/patiënt gesprek. Er is sprake van een groot verschil omdat een arts/patiënt gesprek plaatsvindt in een professionele setting. Hierbij is het belangrijk dat de arts gevoelens of gedachten van de patiënt aanvoelt en hier begrip voor toont en uitspreekt maar de emotie zelf op een afstand houdt. Het blijft ten slotte een patiënt en met de patiënt moet er een werkrelatie bestaan.

Empathie tonen

Onder andere doordat er een verschuiving plaats heeft gevonden van arts- naar patiënt gerichte communicatie wordt empathie steeds belangrijker. In arts/patiënt communicatie gaat het om de vaardigheden van de arts op interpersoonlijk vlak. De focus van empathie is dat de patiënt in het middelpunt gezet moet worden (Halpern, 2003). Daarnaast wordt in het rapport van de Assosiation of American Medical Colleges benadrukt dat de artsen vaardig moeten zijn in het tonen van betrokkenheid en empathie in het contact met de patiënt.

Halpern (2003) beschrijft dat het eigenlijk gaat om twee verschillende vormen van empathie. Cognitieve en affectieve empathie. Het cognitieve aspect gaat over de kwaliteit van de arts om de mentale conditie van de patiënt aan te voelen en hier op een goede manier op te reageren. Het affectieve gedeelte speelt een rol bij het reageren en verbeteren van de patiënt zijn/haar emotionele staat.

Wat eerder al duidelijk werd, was dat patiënttevredenheid positieve gevolg heeft voor het medisch traject. Naast patiënttevredenheid wordt ook bij het tonen van empathie positieve gevolgen geconstateerd. Zo leiden vaardigheiden aan de kant van de arts tot meer tevredenheid aan de kant van de patiënt waardoor de medewerking van de patiënt groter wordt. Daarbij neemt het aantal klachten af, kan het tonen van empathie psychologische voordelen hebben, is er een gevoel van veiligheid en tenslotte kunnen de uitkomsten van een behandeling positief anders zijn. Dit laatste wordt ook genoemd in het onderzoek dat Hojat (2007) heeft gedaan en dit wordt ook gesteld in het artikel van Egnew et al. (2010). Volgens hen is het tonen van empathie het voertuig voor het verbeteren van arts/patiënt relaties en wordt de kwaliteit van de relatie bepaald door de vaardigheden van de arts op dit gebied.

Als de arts ervoor kiest om empathisch te reageren zijn er verschillende manieren waarop hij/zij dit kan uitten. Empathie kan zichtbaar zijn in verbale en non-verbale reacties (Coulehan et al., 2001).

Mogelijke empathische reacties:

  • Actief luisteren – non-verbale signalen. Denk aan gezichtsuitdrukking, knikken of minimale respons. Ook moet de arts er hierbij voor kiezen te luisteren naar de patiënt en zich stil te houden.
  • Framing of sign posting – dokters pikken vaak een signaal op waaruit blijkt dat de patiënt een empathische reactie verwacht. Maar daarbij moet de arts nog wel een keer checken of het klopt wat hij verstaan heeft onder de patiënt zijn/haar uitspraken.
  • Terugkoppelen van de inhoud – de dokter herhaalt nog eens waar de patiënt last van heeft.
  • Identificeren en het inschatten van de emotie – reactie van de arts op de emotie van de patiënt door de emotie te identificeren en het inschatten van de heftigheid.
  • Vragen om verbetering door de patiënt – de arts vraagt de patiënt of die nog iets toe te voegen of te verbeteren heeft.

Een arts heeft dus meerdere manieren om empathisch te reageren. Ondanks dat bekend is dat de patiëntgerichte benadering vraagt om empathische reacties is hier in de praktijk nog niet altijd sprake van. Hsu (2012) stelt dat een arts vaak niet empathisch in een arts/patiënt gesprek waar hij/zij dat wel had kunnen doen. Aan emotionele uitingen wordt vaak geen aandacht besteed en geeft de arts geen reactie op de patiënt. Hierbij gaat het dus om zowel non-verbale als verbale reacties.

Verbale empathie

De arts kan ervoor kiezen om empathie te tonen op een non-verbale manier (zonder woorden), en op een verbale manier (met woorden). Vaak vullen non-verbale communicatie en verbale communicatie elkaar aan.

In Leijssen (2004) wordt gesteld dat communicatie fundamenteel is; de patiënt heeft er niets aan als de arts zich alleen maar inleeft, de patiënt inschat en begrijpt; daarnaast is het expliciet uitspreken van empathie noodzakelijk voor het helingsproces van de patiënt.

In Expressing Empathy to Patients van Dalhouse Faculty of Medicine wordt gesproken over verschillende manieren waarop een arts zich verbaal empathisch kan gedragen. Onderstaand schema geeft een duidelijk beeld van de verschillende soorten reacties die een arts zou kunnen uitspreken. Hierbij gaat het dus niet alleen over het tonen van empathie maar juist om het uitspreken hiervan.

RESPONDING TO EMOTIONS WITH WORDS

Patient’s emotional statement: “These migraines are killing me!” Empathetic physician response: The N-U-R-S-E approach

N Name the emotion or feeling
(benoemen van de emotie of het gevoel)
“It sounds like this has been frustrating.”
U Understand the emotion or feeling
(begrijpen van de emotie of het gevoel)
“It must be difficult to be in pain like that.”
R Respect the patient
(respect uitspreken richting de patient)
“I’m impressed that you’ve been able to keep up with your treatment and the rest of your life while having these migraines.”
S Support the patient
(de patient steunen)
“I will help you with these migraines.”
E Explore the emotion
(de emotie ‘uitvragen’)
“Tell me more about how these migraines are affecting you.”

Ook in het artikel van Leijssen (2004) wordt er gesproken over het tonen van empathie op een verbale manier. In dit artikel wordt een onderscheid gemaakt tussen vier verschillende vormen verbale empathie. 

Aandacht voor de patiënt expliciet uitgedrukt – dit is een vorm van steunend luisteren die geuit wordt door kernwoorden te herhalen of te parafraseren. Het geeft een zuivere weergave van wat de patiënt zojuist gezegd heeft.

Patiënt vertelt: “Gisteren had ik veel kaas gegeten en ‘s avonds had ik vreselijke buikpijn.” De arts kan reflecteren: “Na het eten van kaas…” waarmee hij aangeeft dat hij dat verband interessant vindt, ofwel: “Je had erge buikpijn” waarmee hij de patiënt aanmoedigt om meer over de pijn te zeggen”.

 Expliciteren van impliciete denkbeelden, drijfveren en gevoelens van patiënt – in deze vorm van empathie geeft de arts woorden aan wat de patiënt wil zeggen maar er nog geen woorden aan gegeven heeft. Bij deze manier van empathie uitspreken worden de beleving van de patiënt erkend, en gedachten, beweegredenen en gevoelens gereflecteerd.

De arts wordt dringend geconsulteerd door een patiënt die zich uitgebreid blijft verontschuldigen dat hij de dokter zo laat op de dag gestoord heeft. De arts kan hier efficiënt op reageren door te expliciteren: “Ik begrijp dat je ongerust was, want gelijkaardige symptomen waren in het verleden het begin van een ernstige crisis en je wil er nu tijdig bij zijn om erger te voorkomen.”

 Dieper gravende en daardoor ook meer confronterende empathie – de vinger wordt gelegd op wat niet direct aan de orde is.

“Ik weet dat het soms ontspant om een glas meer te drinken en dat zoiets wel eens uit de hand kan lopen, meer dan jezelf zou willen. Ik begrijp dat je daar nadien liever niet mee geconfronteerd wordt of dat je je schaamt voor je gedrag. Toch wil ik graag samen met jou onderzoeken wat we kunnen doen aan deze problemen en daarvoor is het belangrijk dat we de werkelijkheid onder ogen nemen.”

 Empathische interventies die nieuwe betekenissen reveleren – deze vorm lijkt op de vorige maar gaat het niet zo plotseling maar geleidelijk.

“We begrijpen niet zo goed hoe het komt dat Liesje zoveel ziek is. Het valt me wel op dat Liesje iedere keer ziek is als ze alleen is met haar moeder terwijl vader op reis is. Alsof er op dat moment zich iets verscherpt dat onze aandacht nodig heeft.”

Deze categorisering van Leijssen en de NURSE methode lijken op elkaar. In beide gevallen worden verbale empathische uitingen ondergebracht in verschillende groepen. Omdat het bij beide methodes gaat om het uitspreken van empathie door de arts zijn het methodes die gebruikt kunnen worden bij het aanleren van empathie tonen als arts. Dit omdat het verbaal is, dus goed aan te leren en uit te leggen. Ook maken deze methodes (die zich richten op verbale empathie) het gemakkelijker om empathie te meten en te toetsen.

Rol van empathie in de opleiding tot arts

De vaardigheden van het tonen van empathie krijgt iemand niet zomaar (Hsu et al., 2012). Daar is training voor nodig. Hier is in de laatste jaren in de opleiding geneeskunde steeds meer aandacht voor gekomen. Egnew et al. (2010) schrijven dat studenten door de loop van de afgelopen jaren van hun studie meer vaardigheden op hadden gedaan als het ging om het centraal stellen van de patiënt.

Training van artsen in opleiding zou een significant verschil maken in communicatieve vaardigheden tijdens het gesprek met de patiënt (Bonvicini et al., 2009). Studenten die training hadden gehad blijken beter om te kunnen gaan en doorgaan op de emoties die de patiënt uitte.

In het handboek medische consultvoering wordt gesteld dat het in een consult gaat om het vinden van een goede balans tussen empathie en professionele afstand bewaren, en het vermogen tot verbeelding. Zoals eerder beschreven is, is dit precies wat empathie inhoudt. Ook in andere literatuur wordt het belang van de training van empathie besproken. Zo schrijft Haslam (2007) dat als het waar is dat de uitkomsten van doktersbezoek beter zijn met een grotere mate van empathie, we aan deze vaardigheid moeten werken. In medische training zou de nadruk moeten komen te liggen op empathie of zou het zelfs een selectiecriterium moeten zijn als de studenten de opleiding tot arts binnen willen komen.

Manier van onderwijzen

Er zijn verschillende manieren om studenten kennis te laten maken met het tonen van empathie. Het onderliggende idee van het aanleren van studenten in de opleiding tot arts is dat als ze geconfronteerd worden met ‘nep’ziektes, de studenten vaardigheden zullen verwerven om zich te verplaatsen in de patiënt in het echte werk als arts. Bijna alle resultaten laten zien dat training van empathie de studenten helpt hierbij.

Training van empathie in het onderwijs is echter een erg ingewikkeld proces (Egnew & Wilson, 2010). In het onderzoek gedaan door Stepien & Baernstein (2006) worden verschillende manieren van het onderwijzen van empathie besproken. Er worden een aantal voorbeelden gegeven. Er wordt gesproken over workshops, er vindt training plaats via audiotape, er wordt hoorcollege aangeboden over communicatie, de studenten krijgen een patiënt te zien, ze moeten zich in literatuur verdiepen en worden ze door theater met empathie geconfronteerd. Volgens Halpern (2003) is een goede manier om mensen empathie bij te brengen het nieuwsgierig maken van studenten naar het leven van patiënten. Een onderzoek op dit gebied laat zien dat workshops het meeste resultaat boeken als het gaat om empathie verwerven (Stepien & Baernstein, 2006). Ook wordt er meermalen gesproken over het feit dat het voor de studenten vooral belangrijk is alvast meer contact te hebben met patiënten in hun opleiding. Door deze praktijkervaring kunnen de studenten al een kijkje nemen in het werkveld en van verschillende gesprekken tussen een arts en een patiënt leren. Hoe gemakkelijk het ook klinkt, het tonen van empathie is een moeilijk aan te leren competentie.

Moeilijkheden in het tonen van empathie

Empathie is een begrip dat niet gemakkelijk te meten is maar ook in de praktijk is het tonen van empathie vaak moeilijker dan uit de theorie blijkt. Voor een arts is het namelijk soms al moeilijk om een negatieve boodschap mee te delen aan de patiënt (Barigozzi & Levaggi, 2008), laat staan vervolgens ook nog goed op de emoties van de patiënt te reageren.

Volgens Leijssen (2004) vergt het tonen van empathie een hoop professionele discipline. Het is namelijk communiceren zonder goed – of afkeuring en dit is voor een mens in het dagelijks leven niet gangbaar. Volgens Weiner & Auster (2007) schuilen bij het tonen van empathie een aantal gevaren. Zo is het voor de arts lastig om onderscheid te maken tussen patiënten. Er is namelijk een kans dat een arts patiënten met elkaar gaat vergelijken terwijl alle mensen uniek zijn. Daarbij wordt genoemd dat het voor een arts lastig is volledig objectief naar een emotie/probleem te kijken zonder zijn eigen invulling eraan te geven. Ook wordt genoemd dat het voor een arts gevaarlijk is om ervan uit te gaan dat het geven van een empathische reactie genoeg is en dat er verder geen vragen meer nodig zijn. Daarbij komt de vraag of het in eerste instantie wel goed zou zijn voor een arts om altijd of vaak empathisch te reageren. Uit onderzoek is nog niet gebleken of het geven van een empathische reactie wel altijd positief is omdat het misschien juist wel meer emotie uitlokt (Finset, 2012).

Voor studenten is het aanleren van empathie ook niet gemakkelijk. Egnew et al. (2010) bespreken dat het voor studenten lastig is omdat empathie niet gemakkelijk te toetsen is dus dat het vooral gaat om de docent die het vak geeft. Moeilijkheden bij het onderwijzen en aanleren van empathie komen ook in andere onderzoeken naar voren. Zo is het vaak het probleem dat het concept empathie niet helemaal duidelijk is dus moeilijk aangeleerd kan worden, is de grootte van de proefpersonen vaak beperkt, kan er weinig vergeleken worden met andere gevallen waarin er sprake was aan empathie of het gebrek hieraan. Daarbij is weinig zicht op effect op lange termijn van de trainingen en de studenten moeten vaak beoordelen op hun eigen gevoel in plaats van dat hun kunde echt op een goede manier gemeten kan worden (Stepien & Baernstein, 2006).

Ondanks deze moeilijkheden in het doceren, aanleren en het meten van empathie is het een belangrijke vaardigheid waarover een arts kan beschikken.

Het uitblijven van empathie en de gevolgen hiervan

Veening (2009) stelt dat het gebrek aan empathie kan zonder meer als professioneel medisch falen worden aangemerkt. Dit geldt vooral voor medische situaties met een existentieel karakter, bij ziektes die leiden tot invaliditeit of grote impact hebben of in situaties met een sterk sociaal karakter. In deze situaties zijn consequenties van ziekte groot en kan de patiënt in een emotioneel geïsoleerde situatie terecht komen. Dan moet de arts laten blijken te begrijpen wat het voor de patiënt betekent.

Resultaten

Empathie tonen blijkt uit de literatuur een belangrijke competentie te zijn. Maar hoe komt dit terug in de opleiding geneeskunde aan de universiteit in Groningen? Bij de analyse zal het handboek, de gegeven colleges en werkgroepen aan de orde komen.

Volgens het eerste hoorcollege dat de studenten geneeskunde volgen hoort een arts te beschikken over verschillende vaardigheden. Tijdens hoorcollege zijn de volgende vaardigheden voor de studenten weergegeven:

  1. Attentive Behaviour/Paying attention/Connecting
  • (Prompting, Small encouragement) Asking Questions (Open & Closed)
  1. Paraphrasing                                     
  2. Showing Empathy              
  3. Making Specific (concretizing)         
  1. Summarize

Showing empathie wordt dus gezien als belangrijke vaardigheid. Empathie heeft een plaats in de communicatieve en interactieve vaardigheden van de arts. Dit is te zien in onderstaand schema.

Doel Werkwijze Vaardigheden
Medisch-inhoudelijk Diagnose

Behandelplan

Symptomen uitvragen

en structureren van informatie

Vragen stellen en redeneren
Communicatief en Interactief Patiënt begrijpt de aard, oorzaak en gevolg van de diagnose.

Patiënt heeft vertrouwen in uw advies.

Rekening houden met

zorgen, angsten, hulpvraag en zorgbehoefte

Actief luisteren en

empathie tonen

Wat is empathie

 

Benbassat et al. (2004) hoorcollege

Al in het eerste hoorcollege wordt door middel van de bovenstaande afbeelding aan de studenten geleerd wat empathie is. Volgens Veening et al. (2009) is empathie een inlevingsfase. Het is het vermogen om je in een ander in te voelen en in te leven. Voor de arts is het de vraag: hoe is het voor juist deze persoon om ziek te worden? Empathie tonen en het verwerven van deze vaardigheid vergt inspanning en concentratie. In het hoorcollege wordt genoemd dat empathie een te ontwikkelen vaardigheid is. De uitleg van empathie kwam op de volgende manier naar voren in hoorcollege aan de studenten geneeskunde (hoorcollegesheet).

Empathie: invoelend vermogen

Wat betekent het …

voor deze persoon,

om met deze klachten,

in deze levensfase,

binnen deze relaties,

… om bij mij als patiënt te moeten komen …

… en wat betekent dat

voor mijn tekst?

en voor mijn attitude?

 

Anticipeer op de reactie van de patiënt:

•       Toon empathie, middels

aandacht geven

parafraseren

gevoel reflecteren

Uit deze sheet blijkt dat het belangrijk is dat een arts anticipeert op wat de patiënt zegt. Dit kan een arts op verschillende manieren doen. Veening et al. (2009) laten zien dat er een verschil is tussen mentale empathie en verbale empathie. Mentale empathie is het ‘zich voor kunnen stellen’ en verbale empathie is de vaardigheid van ‘het onder woorden te kunnen brengen’.

Hierover zegt Mevr. Heijs (docente gespreksvaardigheid) dat empathie non-verbaal (aandacht gevend gedrag, zoals knikken, hmm zeggen, een rustige open houding etc) kan zijn, en verbaal. Verbaal door de juiste vragen te stellen (open vragen bieden de mogelijkheid voor de patiënt op zijn/haar verhaal te doen. Daarbij bieden gesloten vragen houvast voor de arts om de juiste informatie los te krijgen), te parafraseren (‘Als ik het goed begrijp dan zegt u dus … ‘  Een goede parafrase geeft aan dat de arts luistert), te concretiseren (de patiënt specifieker over haar klachten laten vertellen: dit geeft ook aan dat de arts geïnteresseerd is en de klachten serieus neemt) en gevoel reflecteren (dit is cruciaal)!

Voor het tonen van mentale empathie hebben sommige mensen meer aanleg dan anderen. Mentale vaardigheden leert men vooral in het gezin maar dit kan verder ontwikkeld worden. In verbale empathie zijn verschillende niveaus, van minimaal tot maximaal. De emotie van de patiënt wordt gezien of gehoord door de arts en de arts is in staat om die emotie te benoemen en voor de patiënt herkenbaar onder woorden te brengen. Verbale empathie is vaak op zijn plaats en het hoort bij artsengedrag om gevoelens van en voor de patiënt te verwoorden.
Bij het verwerven van deze competentie wordt genoemd dat artsen hun intuïtie moeten ontwikkelen. Hierbij wordt de verantwoordelijkheid voor een groot gedeelte bij de arts in opleiding zelf gelegd (Veening, 2009).

Plaats van empathie in opleiding geneeskunde

In de inleiding van het handboek wordt het belang van communicatieve vaardigheden sterk benadrukt. Er wordt gesteld dat wie deze (communicatieve) vaardigheden en de geneeskunde goed beheerst, kans op verbetering of genezing bij de patiënt teweeg kan brengen. Ook staat er dat het voeren van een goed consult een vaardigheid is die gaandeweg wordt geleerd. Volgens het handboek moet tijdens een consult aan twee voorwaarden worden voldaan. Structuur bieden en relatie opbouwen. En empathie speelt een rol in het opbouwen van die relatie.

Zo stelt Mevr. Heijs:

“Empathie is een belangrijk onderdeel van de vertrouwensband tussen arts en patiënt. Empathie verstevigt als het ware deze band, en draagt er zo aan bij dat de patiënt zich begrepen en gehoord voelt, en zich vrij voelt om zijn/haar klachten uit te spreken. Als empathie ontbreekt, dan ontstaat het risico dat de patiënt zich niet op zijn gemak voelt om alles met de arts te bespreken”.

Dit is precies de uitleg van empathie die in de literatuurbespreking aan de orde is gekomen. Dat de arts zich in kan leven met wat de patiënt door moet maken. In het handboek staan duidelijke beschrijvingen van hoe een arts empathisch zou moeten handelen.

“Op het medisch inhoudelijke spoor wordt de relatie opgebouwd doordat de arts zich bewust is van de betekenis die de klacht of kwaal voor het leven van de patiënt moet hebben” (pagina 16).

 In een gesprek met de arts kunnen persoonlijke en emotionele aspecten een grote rol spelen. De arts zal daar op een empathische wijze aandacht aan moeten besteden. De arts moet zorgen dat de patiënt weet dat de arts de eventuele emoties heeft gehoord en deze ook serieus neemt”(pagina 29).

Als het bijvoorbeeld gaat over een ziekte die in de familie van de patiënt al een rol heeft gespeeld wordt er in het handboek genoemd dat het soms nodig is voor de arts om duidelijk te maken dat de angst die speelt bij de patiënt goed te begrijpen is en dat de arts er alles aan zal doen om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen. Dit uitten van begrip is een vorm van empathie. De arts laat hier duidelijk merken aan de patiënt dat deze begrijpt waarom de patiënt angstig is.

Maar niet alleen in het geval van ziekte in de familie van de patiënt speelt empathie uitspreken een belangrijke rol. Ook in het hoofdstuk lichamelijk onderzoek komt het uitten van empathie naar voren. Als de arts lichamelijk onderzoek doet moet hij/zij letten op reacties van de patiënt en vragen naar de betekenis van reacties of duidelijk maken dat de arts een reactie begrijpt (‘dit is inderdaad even vervelend’).

Daarbij krijgt een arts natuurlijk te maken met slechtnieuwsgesprekken. Hier wordt in het handboek aandacht aan gegeven. In een slechtnieuwsgesprek kan er sprake zijn van emotie bij de patiënt. Hierbij is het belangrijk dat een arts op een goede manier kan reageren.

De arts moet na het nieuwsbericht de patiënt steun en solidariteit laten ervaren. Dat doet hij vooral door een empathische respons of gevoelsreflectie te geven. In deze respons gaat het eerst om mentale en dan om verbale empathie. Eerst zal de arts zich moeten proberen in te leven in de emotie van de patiënt en pas daarna pogen om deze gevoelens te benoemen in woorden die de patiënt zelf misschien nog niet kan uitspreken (…). De arts kan begrip tonen en vervolgens ook een zogenaamde validerende respons geven; dat is een respons die aanduidt dat de gevoelens normaal, begrijpelijk en legitiem zijn” (pagina 70)

Als er gesproken wordt over emotionele uitingen wordt er genoemd dat het aan de arts is om te laten merken dat er ruimte is voor emotionele uitingen (‘Dat is begrijpelijk in uw situatie’).

Nut van trainingen die duidelijk gemaakt wordt tijdens de opleiding
De vaardigheid om op de juiste manier empathie te tonen is te leren en studenten kunnen erop getraind worden. Dit blijkt onder andere uit college dat gegeven wordt tijdens eerste jaar geneeskunde (bron: Benbassad et al., 2004). Zoals al eerder genoemd kan een arts op verschillende manieren empathie tonen. Verbaal en mentaal. Volgens Veening et al. (2009) zijn zowel mentale empathie als verbale empathie vaardigheden waarover een arts zou moeten beschikken.

Bij communicatieve vaardigheden van een arts gaat het concreet over gespreksvaardigheden of technieken. De arts die dit kan, beheerst deze gespreksvaardigheden maar beseft ook hoe belangrijk deze zijn. Training in het communiceren in de opleiding tot arts is vooral training in specifieke gespreksvaardigheden. Empathie tonen is hier een onderdeel van. Ook Mevr. Heijs benadrukt in het interview het trainen van empathie.

“Het is dus van belang om studenten te trainen in het tonen van empathie: empathie zorgt voor vertrouwen, wat bijdraagt aan de uitwisseling van informatie en emoties tussen arts en patiënt, waardoor de arts voldoende basis heeft om verder onderzoek te doen. Empathie is ook daarna in het proces belangrijk, bijvoorbeeld als het gaat om een slecht nieuw gesprek, of het begeleiden van een patiënt bij een zware behandeling. De patiënt moet het gevoel hebben dat hij/zij in goede handen is, en dat de arts het beste met de patiënt voor heeft.

Overigens komen patiënten bij de arts niet altijd voor een medische oplossing, maar soms ook om gerust gesteld te worden of gehoord te worden. Empathie draagt hieraan bij”.

Verderop in het interview noemt Mevr. Heijs:
“Door emoties op de juiste manier met de juiste intensiteit te reflecteren ervaart de patiënt dat er geluisterd wordt, en kan de patiënt bijvoorbeeld gerust gesteld worden) en aan het einde een goede samenvatting te geven (om te kijken of de arts het verhaal van de patiënt goed begrepen heeft, en om te tonen dat de arts goed geluisterd heeft)”.

Toch blijkt dat tonen van empathie niet gemakkelijk is. Dit bevestigd ook docent gespreksvaardigheid in het interview en nadat er gevraagd wordt wat dan precies de moeilijkheden zijn geeft ze het volgende antwoord:

De moeilijkheden zijn:

– dat de arts vooral gericht is op het inhoudelijke niveau: de arts wil vooral medische informatie loskrijgen van de patiënt, en is niet van nature gericht op het opbouwen van een vertrouwensrelatie.

– door de nadruk op medische informatie, wordt de emotionele kant van medische klachten soms vergeten.

– artsen weten niet altijd hoe ze empathie moeten tonen. Ze voelen zich er ongemakkelijk bij.

– empathie tonen kan moeilijk zijn als de arts zich niet voldoende inleeft in de patiënt of de patiënt niet voldoende serieus neemt. Het hangt bijvoorbeeld van de medische casus af in hoeverre artsen medeleven tonen. Voor kanker kan er bijvoorbeeld meer medeleven zijn dan voor obesitas, waarbij de ‘schuld’ meer bij de patiënt zelf ligt.

– empathie is ook lastig als de patiënt al meerdere keren gekomen is, en niet goed de adviezen van de arts opvolgt”.

Uit literatuur blijkt dat het lastig voor een arts kan zijn om in de praktijk empathie te tonen, en niet alleen dit wordt bevestigd door Mevr. Heijs maar zij benoemd ook het feit dat het lastig kan zijn om empathie te doceren. Omdat empathie met aanvoelen te maken heeft kan het wel deels aangeleerd worden maar het hangt ook samen met het karakter van de studenten die leren voor het beroep van arts. Sommige artsen hebben die betrokkenheid meer dan andere artsen.
Na de hoorcolleges en het handboek bekeken blijkt dat er binnen de opleiding geneeskunde in Groningen tijdens hoorcolleges aandacht is voor empathie in een arts/patiënt gesprek. Wel wordt duidelijk dat er tijdens gespreksvaardigheidstraining meer aandacht voor is dan in de hoorcolleges en dat dit ook de plek is waar de studenten kunnen oefenen in het tonen van empathie. Daarom is het nodig te kijken hoe empathie in de gespreksvaardigheidstrainingen naar voren komt en hoe hierin vooruitgang zichtbaar is.

Mevr. Heijs:

“In het begin zijn studenten vooral bezig met het oefenen van hun medische rijtje (ALECOBO) en vergeten ze wie er eigenlijk voor hun zit. Door hun te wijzen op het betrekkingsniveau van communicatie tussen arts en patiënt, en te hameren op de vertrouwensband tussen arts en patiënt, zie ik dat studenten in het begin soms wat geforceerd proberen om bijvoorbeeld gevoelsreflecties toe te passen, en later dit bijna als vanzelfsprekend doen. In het begin lijkt het een trucje, en later wordt het iets wat past binnen hun manier van communiceren met de patiënt”.

Empathie tijdens gespreksvaardigheidstraining

Training 1

In de literatuur blijkt dat empathie een belangrijk onderdeel is van een arts/patiënt gesprek en dit komt in de hoorcolleges en in het handboek meerdere malen naar voren. Maar de basis om empathie onder de knie te krijgen in de praktijk wordt gelegd tijdens gespreksvaardigheidstraining. Op welke manier wordt hier vorm aan gegeven?

In het voorwoord in medische consultvoering (2009) wordt door Zwierstra een aantal verklaringen gegeven waarom gespreksvaardigheid nodig is de opleiding geneeskunde. Hij stelt dat consultvoering lastig is en dat het gaat om meer dan alleen maar verzamelen van gegevens en een diagnose stellen. Er moet op een goede manier met een patiënt omgegaan worden. Het gaat om het vermogen tot inbeelding. Met deze wetenschap gaan de studenten de trainingen in.

In de trainingen zal gelet worden op de momenten waar er sprake is van empathie. Deze zullen worden ingedeeld en benoemd volgens de NURSE methode (Name it, understand, respect, support en explore).

 De eerste keer dat empathie aan de orde kwam was in een presentatie waarbij een van de studenten liet zien wat een slecht voorbeeld was van een interview houden, door middel van een filmpje. Hierin sprak de interviewer geen enkele vorm van begrip uit richting de geïnterviewde. Het gevolg was dat de geïnterviewde erg gefrustreerd raakte. Dit werd door de student benoemd als onkundig. Hier had de interviewer bijvoorbeeld kunnen reageren door te kiezen tussen reacties ‘N’,’U’,’R’,’S’. Het voorbeeld werd doorgetrokken naar de gesprekken die een arts moet voeren.

De manier waarop je als arts vragen stelt aan een patiënt laat al zien of je je kunt inleven in de patiënt en zijn of haar situatie” (eerstejaars student).

In een andere schets van een arts/patiënt gesprek kwam naar voren dat begrip voor de persoonlijke situatie belangrijk is en ook uitgesproken moet worden. In deze casus ging het over een islamitische vrouw met andere gebruiken en een andere taal. Er werd door zowel docent als studenten benoemd dat het nodig is om als arts je te verplaatsen in de situatie van de vrouw en als arts door middel van verbale communicatie duidelijk moet maken dat je de vrouw begrijpt. In deze situatie is een ‘U’ reactie gepast. Op deze manier had de arts kunnen uitspreken de situatie van de vrouw te begrijpen.

“Juist in een geval als deze moet de arts zijn begrip uitspreken!” (eerstejaars student).

 In een ander filmpje werd een vrouw getoond die overwoog om abortus te plegen. Bij het observeren hiervan viel op dat de arts vooral gebruik maakte van kleine woordjes zoals ‘oh’, ‘goh’ en ‘poeh’ om haar empathie te tonen. Door de intonatie werd duidelijk dat het hier ging om het tonen van begrip. Enkel tweemaal werd dit begrip ook echt in woorden uitgedrukt.

 “Dat moet wel heel pijnlijk voor je zijn”

Dit is een vorm van ‘U’. De arts spreekt uit dat ze de patiënt begrijpt en snapt dat het pijnlijk is voor de patiënt.

ik begrijp dat dit een moeilijke keus is waar je voor staat”.

Ook dit is een vorm van ‘U’. De arts spreekt nog duidelijker uit dat het begrip heeft voor de situatie van de patiënt.

Vervolgens werd er in het college aandacht besteed aan communicatieve vaardigheden van de arts aan het begin van een consult. Hierin werd genoemd dat het nodig is om als arts fijngevoelig met situaties om te gaan en ook richting de patiënt begrip uit te spreken. Op deze manier wordt een consult voor een patiënt gemakkelijker en is het eerder geneigd de arts te vertrouwen.

Hoe je je als arts gedraagt en uitdrukt aan het begin van het gesprek bepaalt de rest van het consult. Op het moment dat je hierin niet slaagt, is er grote kans dat de patiënt zich niet op zijn gemak voelt en het consult mislukt” (docent gespreksvaardigheidstraining).

Aan het begin van een consult is er vooral sprake van empathie tonen op de manieren ‘R’, ‘S’ en ‘E’. De arts kan aan het begin van het gesprek gemakkelijk respect uitdrukken richting de patiënt. Ook kan de arts hier goed de patiënt steunen. En wat een belangrijk onderdeel van een consult is, is dat de arts de klachten van de patiënt verder kan blootleggen. Dat is precies wat er gebeurd op het moment dat de arts ‘E’ toepast.

Aan het eind van de training werd er van de studenten gevraagd om een arts/patiënt gesprek na te spelen en dit werd uitgevoerd. Alle stappen die beschreven staan in het boek werden langsgelopen maar de uitingen van empathie ontbraken. En dat was ook precies het punt waar de docent in de feedback veel aandacht aan gaf.

Als iemand pijn heeft en in een lastige situatie zit is het nodig om als arts begrip te tonen. De patiënt wil bevestiging dat je het als arts begrijpt en wil horen dat het inderdaad lastig is dat hij last van zijn knie heeft. Als arts moet je af en toe zeggen dat je het snapt, vooral nadat de patiënt zijn klachten op tafel heeft gegooid. Ook kunnen korte woordjes met de juiste intonatie al laten zien dat er begrip is aan de kant van de arts. Dit noemen we empathie” (docent gespreksvaardigheidstraining).

Alle manieren die genoemd worden in de NURSE methode kunnen hierbij een manier zijn waarop de arts zou kunnen reageren.

Nadat er door de studenten meer feedback op elkaar werd gegeven kwam de docent als conclusie nog eens terug op het tonen van empathie. Gevoelsreflectie werd hierin als kenmerk genoemd. Er moet meer nadruk komen op het begrip tonen. Uitingen als “nou, dat lijkt me geen fijn gevoel” of “ik denk dat je daar goed aan hebt gedaan”, werden genoemd als uitingen die op zijn plaats zouden zijn geweest.

Aan het eind van de sessie kon de conclusie getrokken worden dat empathie een aantal keer aan de orde is gekomen maar nog niet heel expliciet genoemd was. Er kwam naar voren dat het nodig is om als arts begrip te tonen en ook uit te spreken. Toch kan empathie worden gezien als een rode draad door de hele training heen. Dit is ook wat Mevr. Heijs in het interview uitlegt:
Ik durf de stelling aan dat empathie tot de kernonderdelen hoort van communicatie. Empathie is het cement van de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt. Empathie zit in alle trainingen verweven, maar wel op een wat abstracter niveau. De nadruk ligt op de vaardigheden, waarbij empathie als het ware met een rode lijn doorheen loopt. De nadruk die erop gelegd wordt is dus meer indirect”.

Training 2

De tweede sessie zat qua opbouw hetzelfde in elkaar als de eerste sessie. De twee uren werden kort ingeleid. In deze les kwam de hulpvraag kort naar voren. De hulpvraag is wat de patiënt graag wil. Het onderscheid met de zorgbehoefte werd hierin door de docent duidelijk gemaakt. De zorgbehoefte gaat er namelijk over wat de patiënt eigenlijk wil. Dit heeft niet met zorg te maken maar heeft vaak te maken met erkenning en aandacht. Hierbij speelt empathie en de verwachting van de patiënt mee.

Er werd een situatie geschetst (die de docent meegemaakt had) waarbij een vrouw bij de arts kwam met een kindje die blauw aangelopen was en niet meer goed kon ademen en waarbij de arts zei:

U kunt wel weer naar huis, er is niets aan de hand”.

Dit werd in de training beschreven als een typisch voorbeeld als een gebrek aan empathie. De patiënt is misschien wel blij dat er niets ernstigs aan de hand is, maar wil meer horen dan; u kunt wel weer naar huis, er is niets aan de hand. Als de zorgbehoefte dus niet beantwoord wordt, krijgt de patiënt vaak alsnog stress. De arts had in deze situatie bijvoorbeeld de patiënt haar zorgen kunnen benoemen (N), begrip uitspreken (U) respect tonen voor de zorgen van de moeder (R), kunnen ondersteunen (S) of wat door kunnen vragen (E) en vervolgens gerust kunnen stellen.

Er werd wederom een filmpje laten zien en besproken. Hierbij kwam herhalen en parafraseren aan de orde. Herhalen is het letterlijk nog een keer zeggen van wat de patiënt net gezegd heeft en parafraseren is het in eigen woorden zeggen maar vaak beginnend met “Ik begrijp u. Dus het klopt dat…”. Ook hierbij is het uitspreken van begrip een vorm van empathie. Deze vorm is de ‘U’ in de Nurse methode.

Vervolgens werd een filmpje besproken waarin een patiënt bij de arts verhaal komt doen over een pijnlijk darmonderzoek. Er werd gekeken naar gevoelsreflectie en die manier waarop de arts deze tot stand bracht. Het was een goed voorbeeld van een juiste manier van gevoelsreflectie.

“Er moest bij mij met een tube naar binnen om mijn maag te bekijken en dit was echt heel erg pijnlijk. Arts: “ik begrijp dat dit heel vervelend voor u was en het kan inderdaad een pijnlijk onderzoek zijn maar ik vind het goed dat u het desondanks wel heeft gedaan”.

Naast deze opmerkingen werd gesproken over de non-verbale manier van empathie tonen. Dit deed de arts ook overduidelijk en op een goede manier. De arts maakte op een verbale manier gebruik van twee manieren, namelijk ‘U’ en ‘R’. De arts spreekt zijn begrip uit dat het een vervelend gevoel was voor de patiënt en spreekt zijn respect uit over het feit dat de patiënt bereid was het onderzoek te ondergaan.

Het nut van gevoelsreflectie heeft te maken met het tonen van empathie. Het is het gevoel van de patiënt erkennen en begrip tonen. Dit heeft invloed op de rest van het gesprek. Als de patiënt zich begrepen voelt is het makkelijker voor de patiënt om de arts te vertrouwen.

Het volgende onderdeel van de training was het naspelen van een telefonisch consult. Hierin moesten twee studenten met de ruggen tegen elkaar gaan zitten en een consult naspelen. Wat hier gebeurde was een goed voorbeeld van het niet tonen van empathie. Dit werd als evaluatie ook besproken. Het ging als volgt:

“Patiënt: arts, ik heb zo’n pijn in mijn knie

Arts: Hoe lang heeft u hier al last van?

Patiënt: al wel twee weken en het is echt een heel vervelend gevoel.

Arts: Waar zit de pijn precies?

Patiënt: eigenlijk overal. Het is een stekende pijn, weet u wat ik bedoel?

Arts: Wat voor soort stekende pijn?”

 Vervolgens liepen beide spelers vast. Het is duidelijk dat hier een aantal mogelijkheden om empathie te tonen gemist zijn door de arts en dat dit wel degelijk op zijn plaats was geweest. Een aantal keer had de arts iets kunnen zeggen in de trant van: “ik snap dat het vervelend is maar”…

De arts had op meerdere manieren empathie kunnen uitdrukken. Zo had de arts begrip kunnen uitspreken (U), respect voor de patiënt kunnen laten blijken (R) of de klacht van de patiënt nog eens kunnen benoemen (N).

Naar aanleiding van dit gesprek besprak de docent nog eens de invloed van het tonen van empathie in de toon van een gesprek. Want over de telefoon is het ook niet mogelijk om non-verbale empathie te tonen.

Na nog een aantal oefeningen sloot de docent de twee uur af met:

“Als je gespreksvaardigheid als arts niet in orde is, is de kans groot dat je de medische kant ook zal verknallen. Dat is nou juist waarom jullie hier zitten en waarom jullie gespreksvaardigheid hebben”.

 Conclusie

In dit onderzoek is geprobeerd een antwoord te vinden op de vraag:

“Hoe wordt empathie in een arts/patiënt gesprek beschreven in wetenschappelijke literatuur en hoe wordt dit gedoceerd in het vak gespreksvaardigheidstraining binnen de opleiding geneeskunde”?

In het bestuderen van wetenschappelijke literatuur kwam het belang van empathie tonen door de arts naar voren. Hierbij werd door auteurs onderscheid gemaakt in non-verbale en verbale manieren van het tonen van empathie. In de opleiding geneeskunde heeft de competentie van het tonen van empathie een steeds belangrijkere rol gekregen en wordt hier tijdens de trainingen en hoorcollege aandacht aan gegeven.

Tijdens de hoorcolleges krijgen de studenten achtergrondinformatie over wat empathie is en waarom het nodig zou zijn voor studenten om zichzelf deze vaardigheid eigen te maken. De informatie blijft erg theoretisch en men gaat ervan uit dat hier tijdens de gespreksvaardigheidstrainingen meer aandacht aan gegeven wordt. En dit is dan ook het geval. Tijdens de gespreksvaardigheidstrainingen worden de leerlingen op een praktische manier klaargemaakt om op een goede manier te communiceren met de patiënt. Hierbij komen allerlei aspecten van een arts/patiënt gesprek naar voren. Het gaat niet alleen om de communicatieve uitingen van de arts maar ook over de non-verbale signalen die een arts uitzendt. Niet alleen in het uitzenden van boodschappen maar ook het opvangen van signalen die de patiënt zendt heeft de arts een belangrijke taak. Tijdens de trainingen is merkbaar dat empathie een kernbegrip is in de arts/patiënt gesprekken. Achter bijna alle communicatieve aspecten die behandeld worden speelt het begrijpen en op een goede manier reageren op de patiënt een belangrijke rol. Buiten het feit dat de docent regelmatig het belang van het tonen van empathie in woorden benadrukt – door onder andere de NURSE manieren, heeft empathisch reageren een plaats in de bespreking van arts/patiënt gesprekken en naspelen van deze gesprekken zonder dat dit expliciet genoemd wordt.

Wat duidelijk werd tijdens de trainingen was het feit dat het voor een student mogelijk is om zich de vaardigheid van empathisch reageren eigen te maken. Ook als studenten van nature niet empathisch zijn, is het mogelijk gevoeligheid hiervoor te ontwikkelen. Gespreksvaardigheidstrainingen zijn hiervoor een nuttige toevoeging. Studenten worden namelijk bewust (mede door de docent) van het belang van het tonen van empathie en hoe het voelt als de arts (in een rollenspel) faalt in het tonen van empathie. Ook zijn de gespreksvaardigheidstrainingen nuttig om praktische tips te ontvangen over de manieren waarop het mogelijk is voor een arts om op een verbale manier empathie te uiten. Dit zijn vaak hele praktische opmerkingen en reacties die een student zichzelf aan kan leren. Daarbij is het voor de studenten erg leerzaam om van andere studenten feedback te krijgen op de manier waarop ze reageren ‘rollenspel patiënten’.

In de literatuur komt naar voren dat het doceren van empathie en het meten hiervan een lastige opgave is. Dit omdat veel aspecten van het tonen van empathie niet in theorie uit te leggen is maar het vooral gaat om een houding en reacties in specifieke situaties. Het is niet gemakkelijk uit te leggen waarom een empathische reactie in sommige gevallen voor een patiënt erg fijn zou zijn. De moeilijkheid van het doceren van empathie kwam tijdens de trainingen en ik gesprek met de docent ook naar voren. Vaak werden rollenspelgesprekken volgens ‘het boekje’ uitgevoerd maar ontbrak de empathie. Omdat het gesprek verder op een goede manier verliep was het moeilijk duidelijk te maken dat de patiënt toch een stukje empathie van de arts nodig heeft in een gesprek. Ook om deze reden is gespreksvaardigheid juist voor het trainen van empathie zeer nuttig. In theorie is het lastig over te brengen, maar in trainingen kan hier met ‘toneelstukjes’ een praktijksituatie nagedaan worden. Zo gaat het voor de student meer leven.

De studenten hadden over het algemeen goed door dat het van groot belang is dat een arts over de juiste gespreksvaardigheden beschikt. De vraag in hoeverre ze dit ‘echt’ begrijpen vanuit de gevoelens van de patiënt blijft onbeantwoord.

De literatuur is heel duidelijk over de vraag of empathie aangeleerd zou kunnen worden en dit bleek ook uit gesprek met de docent gespreksvaardigheidstrainingen. De studenten kunnen gevoelig worden voor de patiënt zijn/haar gevoelens en hierbij is training noodzakelijk. De studenten zullen de informatie opslaan, ook al zal de praktijk heel anders zijn dan gespeelde arts/patiënt gesprekken tijdens een gespreksvaardigheidssessie. Hopelijk onthouden studenten wat ze leren en nemen dit mee als handvatten voor later in hun leven. Zodat ze nooit zullen zeggen; Zo’n vaart zal het niet lopen. Maar in plaats daarvan empathisch zullen reageren op een bezorgde uiting van een patiënt.

Patiënt: “Ik ben zo bang dat ik borstkanker heb, want deze ochtend voelde ik een hard knobbeltje in mijn rechterborst.” Arts: “Als je plots een knobbeltje ontdekt kan je daar erg van schrikken. We zullen dadelijk kijken of er reden is om je zorgen te maken over borstkanker. Ik wil eerst nog een paar vragen stellen als je dat goed vindt.”

Discussie

Wat hebben leerlingen, wat hebben docenten en wat heeft een opleiding aan een onderzoek als deze? Allereerst benadrukt het nog eens het belang van het tonen van empathie in een arts/patiënt gesprek. De manier waarop een arts omgaat met de patiënt is cruciaal voor het herstel van de patiënt. Daarnaast is uit dit onderzoek gebleken dat empathie een grote rol speelt in de opleiding geneeskunde anno 2014. Zowel in hoorcollege als gespreksvaardigheidstrainingen. Voor de studenten is deze gespreksvaardigheidstraining een vast onderdeel binnen de opleiding. Het belang van deze trainingen naast hoorcolleges is duidelijk. De studenten krijgen meer gevoel voor situaties in arts/patiënt gesprekken en kunnen kennis maken met communicatie met patiënten. De vraag die echter nog blijft bestaan is of de studenten de aangeleerde vaardigheden ook op de juiste manier toe kunnen passen als het gaat om een echte situatie waarbij emoties en een echte patiënt een rol spelen. Dit zou een mogelijk verder onderzoek waard zijn.

Ook zou het goed zijn om bij volgend onderzoek meerdere gespreksvaardigheidstrainingen bij te wonen en de mening van studenten in verschillende jaargangen te vragen om een breder beeld te krijgen van de kwaliteit van de gespreksvaardigheidstrainingen.

Bij het kijken bij de gespreksvaardigheidstrainingen viel op dat de studenten de theorie van het voeren van een consult in hun hoofd hebben. Ze doorlopen de stappen die ze hebben geleerd en houden de rest van de vaardigheden geheel buiten het gesprek. Dit kan een verklaring zijn waarom er in de rollenspellen weinig gedaan en gezegd werd wat gemarkeerd kon worden als empathische uiting. Ook kan de omgeving tijdens de rollenspellen het gedrag van de studenten beïnvloeden. Wellicht voelen de studenten zich ongemakkelijk ten opzichte van andere studenten of omdat ze op de hoogte waren van de observatie voor deze scriptie. Het zou misschien beter zijn om de studenten op een andere manier consulten te laten voeren door bijvoorbeeld gebruik te maken van een patiënt die ze niet kennen. Wat een andere optie is, is de gesprekken die de studenten met elkaar voeren op te nemen op film en hen zelf te laten analyseren op welke manier ze het gesprek voeren. Dit zou bij kunnen dragen aan de bewustwording van de houding die de studenten aannemen.

Daarnaast zou de vraag gesteld kunnen worden – een schrijver die hier onder andere over publiceert is Bert Keizer – of het tonen van empathie wel de taak van de arts zou moeten zijn. Is het niet beter als de arts zich bezighoudt met het medische werk en dat de persoonlijke aandacht ergens anders vandaan komt?

Al deze vragen zijn niet beantwoord in deze scriptie maar zijn voor de toekomst interessante vraagstukken.

 

Referenties

Back, A., Arnold, R., & Tulsky, J. (2009). Mastering communication with seriously ill patients: balancing honesty with empathy and hope. Cambridge University Press.

Barigozzi, F., & Levaggi, R. (2008). Emotions in physician agency. Health policy, 88(1), 1-14.

Benbassat, J., & Baumal, R. (2004). What is empathy, and how can it be promoted during clinical clerkships?. Academic Medicine, 79(9), 832-839.

Bonvicini, K. A., Perlin, M. J., Bylund, C. L., Carroll, G., Rouse, R. A., & Goldstein, M. G. (2009). Impact of communication training on physician expression of empathy in patient encounters. Patient Education and Counseling, 75(1), 3-10.

Butalid, L., Bensing, J.M., Verhaak, P.F.M. (2014). Talking about psychosocial problems: An observational study on changes in doctor-patiënt communication in general practice between 1977 and 2008. Patiënt education and counseling 94, 314-321.

Coulehan, J. L., Platt, F. W., Egener, B., Frankel, R., Lin, C. T., Lown, B., & Salazar, W. H. (2001). “Let me see if I have this right…”: words that help build empathy. Annals of Internal Medicine, 135(3), 221-227.

Egnew, T.H., Wilson, H.J. (2010). Faculty and medical students’ perceptions of teaching and learning about the doctor-patiënt relationship. Patiënt education and counseling 79, 199-206.

Finset, A. (2012). “I am worried, Doctor!” Emotions in the doctor–patient relationship. Patient education and counseling, 88(3), 359-363.

Halpern, J. (2003). What is clinical empathy?. Journal of general internal medicine, 18(8), 670-674.

Haslam, N. (2007). Humanising medical practice: the role of empathy. Medical journal of Australia, 187(7), 381.

Heritage, J., & Maynard, D. W. (Eds.). (2006). Communication in medical care: Interaction between primary care physicians and patients (No. 20). Cambridge University Press.

Hojat, M. (2007). Empathy in patient care: antecedents, development, measurement, and outcomes. Springer.

Hsu, I., Saha, S., Korthuis, P. T., Sharp, V., Cohn, J., Moore, R. D., & Beach, M. C. (2012). Providing support to patients in emotional encounters: A new perspective on missed empathic opportunities. Patient education and counseling, 88(3), 436-442.

Jung, H. P., Wensing, M., & Grol, R. (2001). Tussen paternalisme en consumentisme Het dilemma van de huisarts. Huisarts en wetenschap, 44(13), 19-25.

Leijssen, M. (2004).  Empathie als instrument voor effectieve geneeskunde. Wijsheid in gesprekstherapie (pp. 313-332).  Leuven: Universitaire Pers Leuven.

Kalisch, B. J. (1973). What is empathy?. The American journal of nursing, 1548-1552.

Kim, S. S., Kaplowitz, S., & Johnston, M. V. (2004). The effects of physician empathy on patient satisfaction and compliance. Evaluation & the health professions, 27(3), 237-251.

Peters, M. (2013). Twee kapiteins op een schip. Een conversatieanalytisch onderzoek naar de interactionele aspecten gedurende het arts/patiënt gesprek die van invloed zijn op de tevredenheid. Groningen: Studentenbureau UMCG Publicaties Groningen, Nederland.

Steine, S., Finset, A., Laerum, E. (2001). A new, brief questionnaire (PEQ) developed in primary health care for measuring patients’ experience of interaction, emotion and consultation outcome. Family practice 4, 410-416.

Stepien, K. A., & Baernstein, A. (2006). Educating for empathy. Journal of general internal medicine, 21(5), 524-530.

Roter, D. L. (1977). Patient participation in the patient-provider interaction: the effects of patient question asking on the quality of interaction, satisfaction and compliance. Health Education & Behavior, 5(4), 281-315.

Ruusuvuori, J. (2005). “Empathy” and “sympathy” in action: Attending to patients’ troubles in Finnish homeopathic and general practice consultations. Social Psychology Quarterly, 68(3), 204-222.

Veening, E. P., Gans, R. O. B., & Kuks, J. B. M. (2009). Medische consultvoering. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

Weiner, S. J., & Auster, S. (2007). From empathy to caring: Defining the ideal approach to a healing relationship. The Yale journal of biology and medicine, 80(3), 123.

Wimmers, P. F., & Stuber, M. L. (2010). Assessing medical students’ empathy and attitudes towards patient-centered care with an existing clinical performance exam (OSCE). Procedia-Social and Behavioral Sciences, 2(2), 1911-1913.

Bijlage

Volledig interview Mevr. Heijs

  1. Wat is het belang van empathie in een arts/patiënt gesprek volgens u?

Empathie is een belangrijk onderdeel van de vertrouwensband tussen arts en patiënt. Empathie verstevigt als het ware deze band, en draagt er zo aan bij dat de patiënt zich begrepen en gehoord voelt, en zich vrij voelt om zijn/haar klachten uit te spreken. Als empathie ontbreekt, dan ontstaat het risico dat de patiënt zich niet op zijn gemak voelt om alles met de arts te bespreken. Als het bijvoorbeeld gaat om klachten waar een taboe op rust, dan is het een voorwaarde dat de patiënt zich veilig en begrepen voelt om die klachten te vertellen. Als er geen empathie is, dan bestaat het risico dat de patiënt a) niet naar de arts durft te gaan b) niet volledig open durft te zijn met alle medische gevolgen van dien.

 Waarom denkt u dat het nodig is om hier tijdens trainingen aandacht aan te besteden?

Artsen hebben maar een beperkt aantal middelen om achter de klachten van patiënten te komen en een diagnose te stellen. Voordat een arts een instrument (bijvoorbeeld een bloedonderzoek) kan inzetten, moet de arts wel de nodige informatie hebben. Het is dus cruciaal dat er een volledig beeld van de klachten en de beleving van de patiënt ontstaat. Als dit beeld onvolledig is, dan vergroot dit de kans op medische fouten of misdiagnoses. Het is dus van belang om studenten te trainen in het tonen van empathie: empathie zorgt voor vertrouwen, wat bijdraagt aan de uitwisseling van informatie en emoties tussen arts en patiënt, waardoor de arts voldoende basis heeft om verder onderzoek te doen. Empathie is ook daarna in het proces belangrijk, bijvoorbeeld als het gaat om een slecht nieuws gesprek, of het begeleiden van een patiënt bij een zware behandeling. De patiënt moet het gevoel hebben dat hij/zij in goede handen is, en dat de arts het beste met de patiënt voor heeft.

Overigens komen patiënten bij de arts niet altijd voor een medische oplossing, maar soms ook om gerust gesteld te worden of gehoord te worden. Empathie draagt hieraan bij.

  1. Op welke manier kan dit getraind/geoefend worden?

Empathie zit verweven in de gespreksvaardigheden die wij studenten aanleren. Dit kan non-verbaal (aandacht gevend gedrag, zoals knikken, hmm zeggen, een rustige open houding etc) en verbaal.

Verbaal door de juiste vragen te stellen (open vragen bieden de mogelijkheid voor de patiënt op zijn/haar verhaal te doen, gesloten vragen bieden houvast voor de arts om de juiste informatie los te krijgen), te parafraseren (‘Als ik het goed begrijp dan zegt u dus … ‘  Een goede parafrase geeft aan dat de arts luistert), te concretiseren (de patiënt specifieker over haar klachten laten vertellen: dit geeft ook aan dat de arts geïnteresseerd is en de klachten serieus neemt), gevoel reflecteren (dit is cruciaal)! Als de arts op relatieniveau emoties goed weet te reflecteren, dan doet de arts recht aan de beleving van de patiënt. Door emoties op de juiste manier met de juiste intensiteit te reflecteren ervaart de patiënt dat er geluisterd wordt, en kan de patiënt bijvoorbeeld gerust gesteld worden) en aan het einde een goede samenvatting te geven (om te kijken of de arts het verhaal van de patiënt goed begrepen heeft, en om te tonen dat de arts goed geluisterd heeft).

  1. Op welke manier brengt u empathie onder de aandacht?

Empathie wordt onder de aandacht gebracht door middel van het aanleren van deze vaardigheden. Een gesprek tussen arts en patiënt kent twee niveaus:

– een inhoudelijk niveau waarin informatie wordt uitgewisseld over de klachten

– een betrekkingsniveau waarbij het meer gaat om de relatie tussen arts en patiënt.

Studenten zijn goed in het aanleren van het eerste niveau, maar vergeten nogal eens het betrekkingsniveau. Ik hamer er altijd op dat ze moeten reflecteren over dit betrekkingsniveau door middel van vragen zoals: ‘Wat was de sfeer van het gesprek?’ ‘Welke emoties ervoer de patiënt tijdens het consult’ ‘Met welk gevoel gaat de patiënt nu naar huis’ ‘Was de patiënt op zijn gemak? Waaruit leidt je dat af’ etc.

  1. Wat is de plaats en hoeveel nadruk ligt er op het trainen van empathie?

Ik durf de stelling aan dat empathie tot de kernonderdelen hoort van communicatie. Empathie is het cement van de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt. Empathie zit in alle trainingen verweven, maar wel op een wat abstracter niveau. De nadruk ligt op de vaardigheden, waarbij empathie als het ware met een rode lijn doorheen loopt. De nadruk die erop gelegd wordt is dus meer indirect.

  1. Wat zijn de moeilijkheden volgens u voor een arts bij het tonen van empathie?

De moeilijkheden zijn:

– dat de arts vooral gericht is op het inhoudelijke niveau: de arts wil vooral medische informatie loskrijgen van de patiënt, en is niet van nature gericht op het opbouwen van een vertrouwensrelatie.

– door de nadruk op medische informatie, wordt de emotionele kant van medische klachten soms vergeten.

– artsen weten niet altijd hoe ze empathie moeten tonen. ze voelen zich er ongemakkelijk bij. – empathie tonen kan moeilijk zijn als de arts zich niet voldoende inleeft in de patiënt of de patiënt niet voldoende serieus neemt. Het hangt bijvoorbeeld van de medische casus af in hoeverre artsen medeleven tonen. Voor kanker kan er bijvoorbeeld meer medeleven zijn dan voor obesitas, waarbij de ‘schuld’ meer bij de patiënt zelf ligt.

– empathie is ook lastig als de patiënt al meerdere keren gekomen is, en niet goed de adviezen van de arts opvolgt.

  1. Wat zijn de moeilijkheden bij het doceren van deze vaardigheid?

Empathie heeft met aanvoelen te maken. Dat valt deels aan te leren door middel van vaardigheden zoals parafraseren, en deels is het een kwestie van timing en van nature medeleven tonen en een voorstelling kunnen maken van wat de patiënt beleeft. Sommige artsen hebben die betrokkenheid meer dan andere artsen. De moeilijkheid bij het doceren zit dus vooral in dat tweede deel: het van nature inleven is iets wat studenten zichzelf moeten eigen maken, en waarvan ze gaandeweg het belang moeten ontdekken. Dat is heel moeilijk aan te leren.

  1. Ziet u verbetering na een aantal training sessies als het gaat om het tonen van empathie?

Jazeker. In het begin zijn studenten vooral bezig met het oefenen van hun medische rijtje (ALECOBO) en vergeten ze wie er eigenlijk voor hun zit. Door hun te wijzen op het betrekkingsniveau van communicatie tussen arts en patiënt, en te hameren op de vertrouwensband tussen arts en patiënt, zie ik dat studenten in het begin soms wat geforceerd proberen om bijvoorbeeld gevoelsreflecties toe te passen, en later dit bijna als vanzelfsprekend doen. In het begin lijkt het een trucje, en later wordt het iets wat past binnen hun manier van communiceren met de patiënt.

Deel dit artikel

Laat een reactie achter

Lost Password

Register

shares